HET VERLEDEN

HET VERLEDEN

Generaties Amsterdammers hebben bijzondere herinneringen aan de Centrale Markt en in het bijzonder de grote markthal aan de Jan van Galenstraat;

Generaties Amsterdammers hebben bijzondere herinneringen aan de Centrale Markt en in het bijzonder de grote markthal aan de Jan van Galenstraat; als handelaar, consument, omwonende of werknemer. Het doorgeven van deze verhalen vindt BOEi minstens zo belangrijk als het behouden en herbestemmen van het gebouw zelf. Dat doorgeven doet BOEi door actief naar deze verhalen op zoek te gaan in archieven en bij ooggetuigen. Al die herinneringen kun je op deze website vinden. Op de pagina hieronder staat een overzicht van de belangrijkst historische feiten. Meer kleurrijke verhalen van de Centrale Markthal zijn te vinden op de pagina ‘Verhalen’ in het menu.

Korte geschiedenis
De grootste markt van de stad Amsterdam bevond zich sinds 1895 aan de Marnixstraat, midden in een woonwijk. Dat was qua logistiek en hygiëne allesbehalve praktisch. Door de toename van de verkeerschaos begin 20e eeuw, en door het gebrek aan toezicht dat hier mogelijk was, begon de Marnixstraat voor veel overlast te zorgen. In 1934 werd daarom een geheel nieuw terrein ingericht van 40 hectare groot aan de Jan van Galenstraat onder de naam Centrale Markt, met tien insteekhavens, pakhuizen en in het midden de Centrale Markthal met klokketoren. De markt was bedoeld als groothandelsmarkt – de plek waar winkels en marktkooplieden hun waren halen- en niet openbaar toegankelijk voor het publiek.

De Centrale Markthal
Met de bouw van een groot marktterrein in het westen van Amsterdam wilde het stadsbestuur de voedselhandel centraliseren en reguleren. Het was één van de initiatieven van sociaal democratische wethouders Floor Wibaut en Salomon de Miranda om Amsterdam socialer en leefbaarder te maken. De Centrale Markthal in Amsterdam werd in 1932-1934 gebouwd als vervanging van de groente- en fruitmarkt in de Marnixstraat. Architect was Nicolaas Lansdorp (1885-1968), toenmalig hoofdarchitect bij de dienst Gebouwen van Publieke Werken in Amsterdam.

De gemeentelijke ambitie is terug te zien aan de grandeur van het ontwerp, in de stijl van het Zakelijke Expressionisme. In de Centrale Markthal komen vorm, functie en schoonheid samen: de doelmatige opzet is gecombineerd met prachtige verhoudingen in symmetrie, uniformiteit, ritmiek en herhaling. Voor die tijd moderne materialen zoals prefab beton en staal zijn gecombineerd met traditioneel metselwerk en ambachtelijke vormgeving.

Het gebouw en het omliggende gebied van 22 hectare representeren de ontwikkeling in het denken over
handeldrijven in voedsel aan het begin van de twintigste eeuw in Amsterdam. De gedachte was dat regulatie en centralisatie van handelen en voedseltransport de hygiëne en leefbaarheid van de stad zou bevorderen. Deze nieuwe manier van handelen vroeg om een nieuwe, eigen en hygiënische plek aan de rand van de stad.

Enerzijds lag de Centrale Markthal op een schiereiland dat over land enkel toegankelijk was via twee ingangen. Anderzijds was het marktterrein zelf een geavanceerd logistiek knooppunt. In de loop van de tijd raakte het ingekapseld in het stedelijk weefsel, maar door mee te gaan met de veranderingen in transport bleef het uitermate goed bereikbaar voor een selectieve gebruikersgroep en met een grote diversiteit aan transportmiddelen. Er waren insteekhaventjes voor aan- en afvoer over het water, treinsporen verbonden de Centrale Markthal met omliggende industriegebouwen en het Centraal Station. Paardenwagens en later auto’s en vrachtwagens kregen alle ruimte op het terrein.

Tussen 1969 en 1978 werden de meeste insteekhavens op het terrein gedempt, omdat transport over water geen rol van betekenis meer had. In de jaren ’80 werd het terrein – nu onder de naam Centrale Groothandelsmarkt – gemoderniseerd en werden alle oude pakhuizen gesloopt. Alleen de centrale hal, het koelhuis en de marktkantine ‘Marcanti’ zijn nog overgebleven van de originele inrichting. Ook de klokketoren van de hal werd afgebroken. In 1998 werd het terrein omgedoopt tot Food Center Amsterdam. In 2006 raakte de Centrale Markthal in onbruik en werd in 2007 rijksmonument. BOEi werd in 2016 eigenaar.

BOEi heeft in aanloop naar de restauratie en herbestemming de kernkwaliteiten van de Centrale Markthal gedefinieerd: de vertaling van het verleden naar kwaliteiten voor de toekomst. Voor de Centrale Markthal zijn deze kernkwaliteiten:

– icoon van efficiëntie en hygiëne
– voedselenclave
– logistiek knooppunt
– menselijke maat in monumentale kolos
– ingetogen grandeur

Tijdlijn
1934 Opening Centrale Markt aan de Jan van Galenstraat.

1940 Uitbreken Tweede Wereldoorlog in Nederland en ontslag van de Joodse directeur van de Centrale Markt, Dr. van der Laan.

1941 – 1945 Verzet tegen de bezetter en onderduiken van Joodse marktlieden in de kelders van de Centrale Markthal.

1945 Einde Tweede Wereldoorlog en terugkeer van een door vervolging gedecimeerd bestand Joodse marktlieden.

1954 Opening Vismarkt op de Centrale Markt.

1962 Opening eerste zelfbedieningsgroothandelsmarkt met algemeen levensmiddelenassortiment De Ven BV en H. van Bladeren N.V.

1969 Dempen van de eerste 4 insteekhavens – transport per vrachtwagen neemt sterk toe.

1977-1978 Dempen van nog eens 5 havens en stevige discussie of de Centrale Markt verplaatst moet worden naar buiten de stad.

1978 Besluit handhaving Centrale Markten start modernisering – vanaf nu Centrale Groothandelsmarkt.

1984 Opening Abattoir en Vleesmarkt

1998 Naamsverandering ‘Food Center Amsterdam’

2006 Centrale Markthal raakt in onbruik en komt leeg te staan.

2007 Centrale Markthal wordt door de minister van cultuur aangewezen tot rijksmonument

2016 BOEi wordt eigenaar/erfpachter van de Centrale Markthal

In de loop van de 20e eeuw werd het aanbod in de Centrale Markthal uitgebreid. Er kwam in 1954 een visafslag bij en later volgden onder andere een vleesmarkt, een abattoir en een verzekeringsagent. Het transport verliep steeds meer over wegen in plaats van over water. De insteekhavens werden gedempt en de indelingen van het terrein aangepast. Er werden diverse bedrijfsgebouwen toegevoegd en de oude veilinghallen en opslagloodsen werden afgebroken. In de opvolgende decennia vestigden steeds meer groothandelsbedrijven zich op het terrein en de handel werd steeds exotischer, in lijn met de grote verscheidenheid aan internationale keukens in Amsterdam. De naam van het gebied werd diverse malen aangepast en in 1998 werd gekozen voor Food Center Amsterdam.